Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

kostelijk

betekenis & definitie

Van zaken: duur, kostbaar; van pers.: veel geld nodig hebbend.

Wij trouwen samen op één dag, als ’t meegaat. Twee huwelijken ineens, dat is minder kostelijk, BIJDEKERKE 1948, 342.

Het kopen van boeken of tijdschriften valt soms nogal kostelijk uit. Misschien kan men met verschillende personen onderling afspreken en het gelezene uitwisselen, Vrouw en Wereld febr. 1975, p. 4.

Ook op eten en drinken kunnen we besparen. Een gezinsmaaltijd hoeft niet altijd zo kostelijk te zijn, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 5.

Het spijtige van de zaak is, dat veel industriëlen zich daar niks van aantrekken, omdat de investeringen om de vervuiling tegen te gaan ’’kostelijk”, niet rendabel en niet produktief zijn, Vrouw en Wereld febr. 1977. p. 21.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: heerlijk, voortreffelijk enz.