Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

reklaam

betekenis & definitie

Vrij gebr. vorm in Vl.-België voor: reclame; soms bep.: (reclame)aanbieding.

We ... doen regelmatig grote hoeveelheden levensmiddelen in die in reklaam staan, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 5.

Reklaam van de week: Wandkast 300 m. zwart-wit prachtmeubel, Gazet v. Antw. 13/5/1977.

Ook o.a.: Rumpelgalm 2/12/1976. Teletip 23/5/1978.

Sam.: reklaamartikel, reclameartikel (Shopping (ed. Antw.-Z.) 9/12/1976. Teletip 30/5/1978);

- reklaammeisje (Honderden staan te trappelen van ongeduld en haar plaats als reklaammeisje voor zeep, badhanddoeken en beha’s was ingenomen, BOON 1977, 154);
- reklaamprijs (Duizenden meters marquisette aan reklaamprijzen, Teletip 24/1/1978, p. 9);
- reklaamstoet, reclameoptocht (Het groot gebeuren is uiteraard de Tijlstoet van zondag, voorafgegaan met een reklaamstoet, Gazet v. Antw. 15/9/1977);
- reklaamverkoop (Grote reklaamverkoop tochtstrippen, Teletip 24/1/1978, p. 9).