Pastorie.
Kips ... wees al die eer van de hand en betrok de pastorij alsof het een doodgewone zaak gold, ELSSCHOT 1960, 183.
In haar nood ging zij aanbellen bij de pastoor. Zij zat geruime tijd alleen in het spreekkamertje van de koele, stille pastorij, DE PILLECYN 1961, 97.
Hij ging zowaar bij Baert in de kost tot hij een pastorij had, om te tonen dat hij met het dorp niets te maken had en liever in de kost was bij zijn volk, dan in het dorp op de pastorij, WALSCHAP 1963, 399.
Ken je een pastorij? Duizend-en-één karweien. Over en weer lopen tussen voordeur en telefoon, Vrouw en Wereld juli/aug. 1974, p. 4.
De bezoekers konden er zich van vergewissen dat er inderdaad snel en vakkundig werk werd geleverd in de oude pastorij, die werd omgetoverd tot een modern complex, Gazet v. Antw. 4/7/1977.
Maandag 15 augustus houdt de gemeente voor de 70ste maal zendingsdag in de grote tuin van de pastorij, Gentenaar 12/8/1977.
Ook o.a.: CLAES 1933, 133. VERMEYEN 1947, 17. OP DE BEECK 1947, 14. TEIRLINCK 1952, 2, 4. Klokske 27/4/1978.
Sam.: pastorijtuin, pastorietuin (Als een schooljongen schopte hij een keitje voor zich uit tot aan het poortje van den pastorijtuin, WALSCHAP 1939, 30).