Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

ouderdom

betekenis & definitie

M. betr. t. personen: leeftijd; - dezelfde ouderdom hebben, dezelfde leeftijd hebben, even oud zijn; ouderdom van dienst, in rang, anciënniteit.

De decoraties worden verleend naar ouderdom in rang en in graad, Keurig Ndl. 1973, 262.

Kruippakje in rekbare spons ... . Ouderdom: 1 en 2 jaar, Vrouw en Wereld juli/aug. 1974, p. 78.

Manège wil ernstige kandidaat opleiden met leerkontrakt tot het behalen van Diploma v. Ministerie van Middenstand. Ouderdom vanaf 14 jaar, Gazet v. Antw. 5/7/1977.

De Heer H. M. ... is op maandag 15 mei, op 81-jarige ouderdom, in de Residentie Koning Albert Dilbeek overleden, Verminkte juni 1978.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: hoge leeftijd: in de gezegende ouderdom e.d., alsook m. betr. t. zaken: de ouderdom van een monument enz.

Sam.: ouderdomsdeken, oudste lid (van een vereniging enz.), decaan (van een faculteit); ouderdomsgrens, leeftijdsgrens (Paus Paulus heeft kanunnik Jean Huard ... benoemd tot bisschop van Doornik in opvolging van Mgr. Himmer, die ontslagnemend is wegens het bereiken van de ouderdomsgrens, Gazet v. Antw. 6/7/1977).

< >