Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

moraal

betekenis & definitie

Iemands zedelijke krachten, mentale dispositie (als een geheel beschouwd); gevoel van innerlijke waarde of kracht (bij een pers. of een groep van pers.): moreel; - inz. in de sportt.: moraal hebben, in vorm zijn, vooral mentaal.

De moraal van de ploeg kent na twee nederlagen een dieptepunt, Nieuwsblad 17/4/1977.

Depanneren langs de weg, technische hulp verlenen en de moraal van pechlijders wat opvijzelen, dit zijn wel de belangrijkste opdrachten van onze wegenwachters, Touring 22/2/1978, p. 1.

Opm.: Het gebruik van moraal in deze toep. is te wijten aan het feit dat de twee verschillende begrippen in het Frans door ongeveer hetz. woord worden weergegeven: fr. le moral = het moreel, la morale = de moraal.

< >