Grootmoeder, oma; ook als aanspreekvorm.
Op 24 kleinkinderen is er toch wel altijd eentje ziek of wil er eentje op vakantie bij „moemoe” ... en dan herleef ik hoor! Vrouw en Wereld nov. 1977, p. 9.
De Eerste Communie is zeker een romantische en aandoenlijke plechtigheid ..., en vele moeders en vele moemoes pinken ontroerd een traantje weg bij dit schone gebeuren, Kerk en Leven (ed. Boom) 27/4/1978.