1. (Rechtst.) Bevel, in de verb. mandaat tot aanhouding, arrestatiebevel.
- Zie verder onder aanhoudingsmandaat. (In de standaardt. wel: bevelschrift tot betaling).
2. Hetz. als postmandaat (zie ald.): postwissel, cheque.
Wanneer u deze gegevens tijdig aan ons overmaakt kunnen wij het nodige doen ... om te zorgen ... dat uw mandaat voor vakantiegeld voor de prestaties van 1976 rechtstreeks aan uw adres verzonden wordt, Volksmacht 1/2/1977, p. 16.
3. M. betr. t. de verkiezingen: (voordracht van een) kandidaat op een kandidatenlijst.
Zelfs in eigen BSP-federatie werd voor de streek geen nationaal mandaat voorbehouden, in Boom voor de BSP geen senator of volksvertegenwoordiger, Uit een informatiefolder Boom sept. 1976.
Sam.: vakantiemandaat, postwissel waarmee de vakantietoelage wordt betaald (Wanneer u dat formulier enkel zou terugzenden in verband met uw vakantiemandaat, verwachten wij dat u dat zal aanduiden met een X, Volksmacht 1/2/1977, p. 16).