Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

lucht

betekenis & definitie

In enkele verb. die in de standaardt. niet voorkomen: uit de lucht vallen, van pers.: nergens van af weten, verbaasd zijn (in de standaardt. wel in de bet.: onverwacht komen opdagen);

- wat lucht nemen (gall., naar fr. pendre de l’air), wat lucht happen, een luchtje scheppen;
- (een kamer) lucht geven (gall., naar fr. donner de l’air), luchten,
- niet onder de lucht komen, niet in de (open) lucht komen.

Daarom ga ik ze al eens halen om te rijden. Ze heeft al zo weinig afwisseling en komt haast nooit onder de lucht, LEBEAU 1962, 146.