In de verb. van langsom gevolgd door een comp., hoe langer hoe ..., steeds ...; van langsom meer, hoe langer hoe meer, steeds meer; ook: van langsom hoe ....
- Zie ook s.v. langs.
Overigens krijgt hij het van langsom drukker, ook in het dorp. Hij is een dokter van vertrouwen, WALSCHAP 1939, 45.
Hij voelde zich van langsom meer ongemakkelijk, onzeker, wantrouwig, geërgerd, ongerust, WALSCHAP 1963, 330.
In mijn tuin waar de geluiden van langsom hoe gedempter werden met het zachte sloffen der meiden door de koele gangen, GIJSEN 1966, 36.
Vele ladingen worden dus onder de vlag van de zuivere sport gedekt, de sport waaruit het wel allemaal ontsproten is maar die, van langsom meer, een kleinere rol begint te spelen, Gazet v. Antw. 5/7/1977.
Ook in eigen ploeg wordt Thurau van langsom meer met een scheef oog bekeken, Gentenaar 22/7/1977.