Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

lampetten

betekenis & definitie

(Veel) drinken, zuipen. Hoe lang dat Brussels groot volk daar heeft zitten lampetten en tamboeren weet ik niet, ik ben slapen gegaan met een goed stuk in mijne kraag, CLAES 1960, 104.

Zonder eten zouden ze den helen nacht blijven lampetten en morgen sterrezat naar huis komen, STREUVELS 1962, 51.

Brutaal sloeg hij zijn centen op den toog, lampette dat zijn ingewanden ervan brandden, brak glazen en werd buitengevochten, VERMEYLEN 1962, 48.

De mannen lampetten lijfelijk grote pinten, de vrouwen zaten er met den boreling aan de borst, jenever te hitten, STREUVELS 1964, in.