lampetten
(19e eeuw) (ook: lampetteren) (Vlaanderen, inf.) veel drinken, zuipen. Syn.: lappen*. pappen*; versassen*; zatladderen*. • Hij zou Everaart doen terugkeeren; al de bar voetloopers van 't dorp wat duimkruid geven om eens ferm te lampetten, alle dagen fijn gebraad van den krulstaart eten.... (Isidoor Teirlinck: Arm Vlaanderen. 1892) • Lam...