Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

kajotter

betekenis & definitie

Lid van de KAJ (Katholieke Arbeidersjeugd), een beweging van katholieke werkende jongeren (door de Belg. kardinaal Jozef Cardijn opgericht). Daarnaast ook: kajotster v., -s.

Ze droeg het haar achterovergekamd ... ; het deed haar lijken op sommige kajotsters uit zijn dorp, de lelijke, grauwhuidige meisjes die eruit zagen of er iets niet in de haak was met hun hormonen, VAN AKEN 1965, 90.

Het was de tijd dat in elke processie groepen kajotters en kajotsters in uniform achter hun vlag aanstapten, Vrouw en Wereld febr. 1974, p. 14.

Uit een onderzoek naar de opdracht der beweging kwam duidelijk naar voren dat K.A.J. en V.K.A.J. moeten openstaan voor alle werkende jongeren die een kans moeten krijgen om zichzelf te vormen in funktie van de anderen. ... En de motor daarvoor is de kajotter en de kajotster zelf! Limburg 31/8/1976.

Een eucharistieviering (wordt) opgedragen voor al onze overledenen: Mgr. Cardijn, proosten en kajotsters, Gazet v. Antw. 15/9/1978.

Ook o.a.: Knack 18/4/1973, p. 102. Volksmacht 3/12/1976, p. 14.

Afl./Sam.: kajotterij; - jong-kajotter (Volksmacht 3/12/1976, p. 14); oud-kajotter (volksmacht 19/5/1978).