Inpikken op - , aanknopen bij -, inhaken op iets (dat al eerder of elders behandeld is); ook: zich aanpassen aan (afwijkende omstandigheden).
Voor de beginnende lezertjes is er Zonnekind. Elke week ervaren 150.000 kinderen dat lezen boeiend is dank zij de prettige verhaaltjes en sprekende illustraties. Ongemerkt wordt er ingepikt op al wat het kind in de klas doet, Vrouw en Wereld juni 1975, p. 4.
Op de nieuwjaarsviering met de kernleden werden de resultaten van het ledenonderzoek besproken en daarop inpikkend was zelfs de ontspanning gericht op ledenwerving, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 17.
Ceulemans snakte naar rust. Begrijpelijk omdat hij er een tocht van 30 uren had op zitten. Bovendien moest ingepikt worden op ons zomeruur, waar de klok in het Verre-Oosten praktisch een halve dag vooruit tikte, Gazet v. Antw. 18/4/1977.