Verborgen, verscholen; ook: geheim(zinnig).
Een levensgang is geen onafgebroken ketting van goed verklaarde schakels. Veeleer is het een aangolving van zichtbaarheden en duisternissen. Wat gezien is licht niet altijd wat gedoken is toe, TEIRLINCK 1952, 1, 151.
Terwijl hij... in haar gehele wijze van zich voor te doen iets onoprechts en iets gedokens meende te voelen, dat hem... bestendig voor haar op zijn hoede deed zijn, BUYSSE 1959, 55.
(Hij) besloot het geheim voor zich gedoken te houden, tot anderen er van spreken zouden, STREUVELS 1962, 106.