Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

endeldeur

betekenis & definitie

Grote deur in het portaal van een kerk, alleen geopend voor processies, lijkstoeten e.d.; vand. aan de endeldeur staan, niet lang meer te leven hebben.

Nu zijn ze zelf gekomen waar hunne ouders toen waren die nu al dood en vertrokken zijn... Alle drie staan ze nu zelf aan de endeldeur, de kinders zijn opgegroeid en gereed om hunne plaats in te nemen, STREUVELS 1961, 143.

De pastoor... kwam aan de endeldeur van zijn kerkje om onze optocht te verwelkomen, DEMEDTS 1976, 110.

< >