Wat is de betekenis van afschaffen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afschaffen

afschaffen - Werkwoord 1. (ov) tot een einde brengen Nadat de subsidie voor computers voor werknemers was afgeschaft, werden er ineens veel minder computers verkocht. De rookpauze is in dit bedrijf vorig jaar afgeschaft. Woordherkomst...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afschaffen

afschaffen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-schaf-fen 1. er een einde aan maken, niet meer houden ♢ die inspraakavonden kunnen ze beter afschaffen 2. niet meer gebruiken, laten komen ♢ ik he...

2024-04-19
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

afschaffen

Die trein is afgeschaft (geschrapt, uitgevallen, rijdt vandaag niet).

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

afschaffen

door onvoorziene omstandigheden (laten) vervallen, uitvallen van een trein. Het afschaffen van die treinen heeft geen gevolgen voor het personeel bij de NMBS maar wel bij het privé-bedrijf Wagons-Lits, dat voorde dienstverlening aan boord zorgt (restauratiewagen en cabine-personeel). -DM, 07-02-2003.

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

afschaffen

(Iets) (wegens onvoorziene omstandigheden) (laten) vervallen; van treinen bep.: uitvallen; (een vergadering e.d.) niet laten plaats vinden, afgelasten. In een station hoorde ik enkele dagen geleden aankondigen dat de trein naar Eigenbrakel was afgeschaft, GALLE 1976, 141. Wegens de sneeuw waren verschillende treinen afgeschaft, Uitzending BRT...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afschaffen

v., ôfskaffe, ôftankje.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afschaffen

(schafte af, heeft afgeschaft), 1. buiten gebruik, buiten dienst stellen, zich niet meer bedienen van, het tegenovergestelde van aanschaffen: zijn rijtuig af schaffen, het wegdoen om voortaan geen rijtuig meer te houden ; — een tijdschrift af schaffen, niet langer lezen ; hij heeft de zwarte rok afgeschaft, kleedt...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afschaffen

schafte af, heeft afgeschaft; 1. doen ophouden, buiten gebruik stellen: een misbruik afschaffen; de doodstraf afschaffen; 2. niet meer in dienst houden: een knecht afschaffen.