Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

aanbelangen

betekenis & definitie

Betreffen, aangaan, raken, betrekking hebben op soms bep.: van belang zijn voor -, interesseren.

De verbruikersorganizaties... menen dat de verbruikers door de regering vooraf moeten geraadpleegd worden in verband met de maatregelen die hen aanbelangen, Vrouw en Wereld maart 1974, p. 37. leder artikel was werkelijk zeer verzorgd en interessant, en kan iedere vrouw aanbelangen, Vrouw en Wereld april 1976, p. 40.

Wat betekent Maria voor deze tijd? Want haar plaats en haar rol in Gods heilswerk belangt alle tijden aan, Kerk en Leven (ed. Mechelen) 12/8/1976, p. 3.

Raadpleeg geregeld de wandkrant! U vindt er berichten die iedereen aanbelangen, Bell okt. 1976, p. 2. We zouden nog kunnen vertellen over speciale houten handvatten, speciale rugleuningen enz., maar wie het aanbelangt kan liever gaan kijken naar de tentoonstelling, Gazet v. Antw. 13/9/1977.

Ook o.a.: WACHTERS 1946, III. OP DE BEECK 1947, 128. Gentenaar 12/5/1977.

Opm.: In de standaardt. alleen in de verb. wat, (voor) zoveel of zover (dat) iem. of iets aanbelangt.