Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 08-01-2024

tegen de plinten klotsen

betekenis & definitie

(2010) (inf.) (van geld) in overvloed. Wanneer het geld niet tegen de plinten klotst is er weinig geld.

• Het geld zou in het provinciehuis van het behang druipen of dan wel tegen de plinten klotsen. (Provinciale Zeeuwse courant, 06/02/2010)
• Want ondanks signalen dat de vervaldatum van het gratisgeldbeleid nadert, blijft het goedkope geld tegen de plinten klotsen. (De Tijd, 15/07/2017)
Anders dan op Instagram, waar de onrealistische schoonheidsidealen tegen de plinten klotsen, draait het op TikTok ook om grappig en getalenteerd zijn en om ronduit absurdistisch uit de hoek komen. (De Volkskrant, 05/10/2019)
• Karting is niet goedkoop en je vader is toch timmerman? Het geld zal bij jullie thuis niet tegen de plinten klotsen. (Nando Boers: Zandvoort. 2020)
• Vaak valt te lezen of te horen dat, vooral in de bestuurskamers van grote bedrijven, het geld tegen de plinten klotst. In de veertiende druk van de Grote Van Dale stond alleen nog dat golven tegen de kademuur konden klotsen. Pas in de vijftiende druk (uit 2015) was het lemma klotsen uitgebreid met de uitdrukking het geld klotst tegen de plinten (‘men is er schatrijk’). ‘Tegen de plinten op’ en ‘tegen de plinten omhoog’ komen trouwens ook voor, wat onvermijdelijk de vraag oproept of geld ook naar beneden of omlaag zou kunnen klotsen. (René Appel: Taalstukken. 2021)
• In een wereld waarin de euro's tegen de plinten klotsen, draait alles om geld. (De Standaard, 18/12/2021)
• Dat is ook Saoedi-Arabië niet ontgaan. Het land, waar de oliedollars sinds de jaren zestig tegen de plinten klotsen, importeert nu 80 procent van zijn voedsel uit het buitenland. (De Volkskrant, 04/09/2023)