Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 20-03-2021

punten

betekenis & definitie

1) (1974) (euf.) copuleren, neuken. Verkorting van 'een punt* zetten'. De nadruk ligt op de rol van de man.

• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (Ton den Boon: De taal der liefde. 2017)

2) (1996) (bibliotheken) boeken op de goede plaats en in de juiste volgorde zetten. 'Ik ga even de romans punten.'

• Punten - Boeken op nummer zetten. ‘Ik ga nu even de romans punten.’ Het woord wordt gebruikt in de openbare bibliotheek in Schagen, en is afgeleid van de nummers die de boeken hebben. Die nummers zijn bijvoorbeeld 5.16 en 5.17, die uitgesproken worden als ‘vijf punt zestien’ en ‘vijf punt zeventien’.. (Wim Daniëls in Onze Taal. Jaargang 65. 1996)
• (Wim Daniëls: Werk-woorden. Foempen. Bram-pijn en andere bijzondere woorden in bedrijven en instellingen. 1997)