van Ehrlich is een hypothetische, aanschouwelijke voorstellingswijze van de gebeurtenissen bij immuniteitsreacties. Ehrlich stelde toxines (en antigenen in het algemeen) voor als bestaande uit grote moleculen met zijketens van eindstandige atoomgroepen, waaraan de werkzaamheid van het toxine (antigeen) zou zijn gebonden.
De protoplasmamoleculen in de cellen zouden dergelijke zijketens bezitten, receptoren genaamd. Aan de zijketens van het toxine onderscheidde Ehrlich een haptofore groep, die zich aan de receptor (tegenstof) zou binden en een toxofore groep, die beschadigend werkt en de receptor zou vernietigen. Als reactie daarop zouden er, bij niet al te sterke beschadiging, nieuwe receptoren worden aangemaakt, in veel groter hoeveelheid dan er waren en van deze nieuwe receptoren zou een deel uit de cellen worden uitgestoten naar bloed en weefselvochten (vrije antistoffen of haptinen).
Hoewel deze werkhypothese goede diensten heeft bewezen, wordt zij niet langer aanvaard, o.a. omdat het gebleken is, dat men in schier onbeperkte verscheidenheid, door koppeling van chemische verbindingen aan eiwitten, antigenen kan maken; het is niet aan te nemen, dat voor al deze antigenen gepraeformeerde antistoffen (receptoren) zouden bestaan. Een aanpassingsfunctie der cellen wordt tegenwoordig waarschijnlijker geacht (s immuniteit).