Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZEVENBERGEN

betekenis & definitie

Noordbrabantse gemeente van 4992 ha, met (1953) 9385 inw., van wie (1947) 79 pct R.K. en 21 pct Prot., ligt in de Westhoek van Noordbrabant, nabij de Rijksweg Breda Moerdijk, bestaat uit een aantal kleipolders en heeft vooral landbouw en industrie (suiker, olie, zuivel, vlas, houtbewerking, matrassen, machines, betonproducten). Tot de gemeente behoren het stadje Zevenbergen (1953 ca 5500 inw.), het kerkdorp Zevenbergschen Hoek (ca 3400 inw.) en een gedeelte van het kerkdorp Langeweg (ca 400 inw.).

Het stadje Zevenbergen had in de Middeleeuwen belangrijke zouthandel, en werd bij de St Elizabethsvloed (1421) zwaar geteisterd. Het bezit een fraaie oude kerk. Zevenbergen maakte tot 1290 deel uit van Strijen, vormde sindsdien een afzonderlijke heerlijkheid, in de 16de eeuw in het bezit van de graven van Aremberg, in de 17de en 18de eeuw van de Oranjes.

< >