Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZELFINDUCTIE

betekenis & definitie

is het verschijnsel, dat in een geleider een sterker wordende electrische stroom een electromotorische kracht opwekt, die tegen de stroom in is gericht. Wordt de stroom daarentegen zwakker, dan treedt een E.M.K. in de richting van de stroom op.

Deze E.M.K. is evenredig met de verandering van de stroomsterkte per seconde, de evenredigheidsconstante heet de coëfficiënt van zelfinductie en hangt alleen van de afmetingen van de geleider af. Men drukt haar uit in Henry. Dit is de coëfficiënt van zelfinductie voor een geleider, die bij een verandering van de stroomsterkte van i Amp/sec een E.M.K. van 1 Volt opwekt.Theoretisch treedt zelfinductie bij elke geleider op. Zien wij af van zeer hoogfrequente wisselstromen (waar de verandering der stroomsterkte per tijdseenheid zeer grote waarden aanneemt) dan kan men zeggen dat zelfinductie alleen bij spoelen optreedt. Men noemt in verband hiermee een spoel kortweg een zelfinductie, zoals men een condensator wel een capaciteit noemt.

De oorzaak van het verschijnsel ligt in het magnetisch veld, dat door de stroom wordt opgewekt (z verder electromagnetisme). Indien men de draden van een spoel zo wikkelt, dat elke winding uit twee draden bestaat, welke door de stroom in tegengestelde richting worden doorlopen, wordt geen magnetisch veld opgewekt. Deze spoel bezit dan geen zelfinductie. Dit past men toe bij het vervaardigen van standaardweerstanden. Voor toepassingen van zelfinductie z electromotoren en wisselstroom.

DR J. BOUMAN.

< >