Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZEESLEEPVAART

betekenis & definitie

neemt onder de vele takken van zeevaart een voorname plaats in. Drijvende werktuigen zoals baggermolens, zuigers, droogdokken, kranen, bokken, lichters e.d., die niet over een eigen voortstuwingsvermogen beschikken, moeten dikwijls naar overzeese bestemmingen gebracht worden.

Wanneer zij te groot, te zwaar, of te onhandig zijn om als lading aan dek van een vrachtschip geladen te kunnen worden, kan het transport alleen als „gesleept vervoer” geschieden. Zodra de stoommachine in zwang kwam, voorzagen kleine sleepboten in een behoefte om zeilschepen te helpen wanneer deze door windstilte of tegenwind moeilijk van zee een loshaven konden bereiken.Sedert het begin van de 19de eeuw zijn in de meeste grote zeehavens sleepbootrederijen gegroeid die niet alleen zeilschepen, maar later ook andere schepen assisteerden bij het binnenlopen van die havens. In zoverre heeft Nederland geen uitzonderlijke positie ingenomen. Men vond hier dezelfde ontwikkeling als in het buitenland, nl. uit de eerste radersleepboten groeiden de meer moderne en handige schroefsleepboten.

In de loop van de jaren splitsten zich de sleepbootondernemingen in twee verschillende richtingen. Enerzijds richtte men zich op de binnenwateren, waar volstaan kon worden met eenvoudige en kleine sleepboten. Anderzijds legde men zich toe op een meer zeewaardig type, dat bestand was tegen het werken in de zeegaten en in de omgeving daarvan.

Onder de landen die zich op het laatste toelegden, nam Nederland een voorname plaats in. Samen met Engelse collega’s lagen Nederlandse sleepboten in het Engelse Kanaal gereed om zeilschepen te slepen naar de Noordzeehavens. Met de ontwikkeling van het zeewaardige type sleepboot opende zich de mogelijkheid drijvende objecten zoals baggermolens, zuigers, bakken, kranen, droogdokken enz. over lange afstanden te verslepen. In Nederland kon zich deze tak van sleepvaart het eerst en het meest ontwikkelen daar de vele aannemers van waterbouwkundige werken een zeer goede naam verworven hadden en talrijke opdrachten voor het aanleggen van buitenlandse havens e.d. verkregen. Hun baggermolens enz. moesten meestal gesleept over zee vervoerd worden en dus kregen de Nederlandse zeesleepboten een bijzondere vaardigheid in dat sleepwerk. In de loop van de jaren hebben de Nederlandse zeeslepers zich een reputatie veroverd die er toe leidde dat ook vele opdrachten voor buitenlandse rekening door hen uitgevoerd moesten worden.

De oudste zeesleepdienst is L. Smit & Co’s Internationale Sleepdienst, waarvoor in 1842 de grondslag gelegd werd door Fop Smit te Kinderdijk.

Een voornaam onderdeel van de Zeesleepvaart is de hulpverlening aan schepen die in het ongerede geraakt zijn. Voor dat doel heeft L. Smit & Co’s Internationale Sleepdienst een speciale organisatie ingesteld. Niet alleen worden zeesleepboten gestationneerd op strategische punten waar over het algemeen veel slecht weer heerst, doch de vele boten van deze rederij zwermen uit over alle wereldzeeën. Daardoor zijn zij van tijd tot tijd in staat te helpen op de meest uiteengelegen plaatsen.

OPLEIDING

Voor de machinekamerdienst is een ambachtsschool opleiding meestal voldoende ondergrond om daarop in theorie en practijk voort te bouwen. Voor de dekdienst is M.U.L.O.-opleiding wel gewenst, hoewel er voorbeelden zijn van jongens met L.O. die toch na een practische opleiding en met financiële steun van de rederij naar de Zeevaartschool konden gaan om daar in enkele jaren het Diploma Stuurman Grote Zeesleepvaart te behalen. Dit diploma is voldoende om na verdere practische opleiding als Kapitein Grote Zeesleepvaart aangesteld te kunnen worden.

< >