boekhandelaar, uitgever en bibliograaf (’s-Gravenhage 19 nov. 1866 - 11 Jan. 1947), ontving zijn opleiding in de boekhandel van zijn vader Martinus Nijhoff (zie hierna), was in het buitenland werkzaam en werd in 1891 opgenomen in de firma Martinus Nijhoff; later kwam hij aan het hoofd van deze firma te staan, die zich onder zijn leiding belangrijk uitbreidde en tot ver over de grenzen bekend werd. Als uitgever van wetenschappelijke werken verwierf hij zich grote verdiensten.
Op wetenschappelijk gebied zijn verschillende belangrijke initiatieven aan hem te danken, o.a. de oprichting van de Linschoten Vereniging in 1908. Verder was hij een zeer verdienstelijk bibliograaf. Aan zijn onvermoeide werkzaamheid is het te danken, dat de Nederlandse bibliografie van 1500-1540 tot stand gekomen is.Bibl.: Bibliogr. van N.-Ned. plaatsbeschrijvingen (1894); Ned. Bibliogr. van 1500-1540, dl I (1919-1923, in samenw. met dr M. E. Kronenberg, die de verdere delen bewerkte); L’art typographique dans les Pays-Bas pendant les années 1500 k 1540 (1902-1935); Nederlandse houtsneden (1500-1550), (1931- 1939); De Arnhemse boekverkoopers en uitgevers Nijhoff (1934). Zie ook: Dronckers, Bibliogr. d. werken en geschriften v. W. N., Het Boek 29 (1948), p. 54-68.
Lit.: Het boek XV (1926), XXIX (1948) en Levensberichten Mij Ned. Letterkunde (1940/’47).
