is de wet van 24 jan. 1952, Stbl. no 38), vervangende de wet van 29 Nov. 1930, Stbl. no 460 (z middenstand). Krachtens deze wet is het verboden, een winkel voor het publiek geopend te hebben:
1. op Zondag;
2. op werkdagen vóór 5 uur en na 18 uur (art. 2).
Bij K.B. kan worden bepaald, dat bepaalde groepen winkels tot 19 uur mogen open blijven. De Gemeenteraad kan een avond in de week aanwijzen (mits niet de Zaterdagavond), waarop alle winkels langer (hoogstens tot 22 uur) open mogen zijn (koopavond). Voorts kan de Raad voor bepaalde groepen winkels een verplichte halve dag sluiting instellen, nl. op Maandag vóór 13 uur, of op Maandag, Dinsdag of Woensdag na 13 uur. Voorts kan de Raad voor bijzondere plaatselijke omstandigheden (Kermissen, badplaatsen) , onder goedkeuring van de Kroon, een aantal dagen vaststellen, waarop de verbodsbepalingen van de wet niet gelden.
Voor Joodse zaken is een aparte regeling in de wet opgenomen, die verder straathandel (art. 8 v.v.). verkoopautomaten (art. 16), verkoop in stations (art. 15), vacantiesluiting (art. 5) regelt.
