Belgisch schilder (Monthermé, Franse Ardennen i Mrt 1866 - Stavelot 1 Mrt 1935), kwam drie jaar oud te Spa wonen en daarna in de buurt van Brussel. Te Mechelen ontmoette Degouve de Nuncques in 1883 Jan Toorop.
Hij verbleef nadien te Perwez in Brabant en te Brussel, waar hij zijn atelier deelde met Henry de Groux. Daar ontstonden zijn grote werken De Processie der Boogschutters en Christus gehoond. Ca 1890 trok hij de aandacht door zijn deelneming aan de tentoonstellingen van de kring Les XX en „La libre Esthétique”. Hij reisde veel, werkte o.m. te Venetië, bracht enkele jaren door op de Balearen, in Oostenrijk, Zwitserland, Zuid-Frankrijk en Nederland.Zijn Brabantse landschappen behoren tot het beste wat hij gemaakt heeft. Zij liggen in gelijke, haast geometrische vlakken uitgespreid, met populieren en knotwilgen omzoomd, gestyleerde brokken natuur, nauwkeurig gezien door een dromerige, vrome geest en die altijd de stempel van het innerlijk leven dragen. Hij heeft ook symbolistische schilderijen gemaakt met mysterieuze betekenis. De zuidelijke landschappen, ontstaan in Catalonië en op Mallorca, zijn schitterend van kleur en verschillen veel van de Brabantse en de Hollandse die ontstonden tussen 1915-1923 en tot zijn meest vergeestelijkte werken behoren.
Hij verbleef de laatste tijd in de Amblève- en de Warche-vallei. Schilderijen van hem bevinden zich o.m. in de musea te ’s-Gravenhage, Antwerpen, Lier, Elsene, een uitgebreide keuze in het Rijksmuseum Kröller Muller te Otterloo.
PROF. DR JOZEF MULS
Lit.: M. Biermé, Les Artistes de la pensée et du sentiment (Bruxelles 1911); Arnold Goffin in Onze Kunst, 1913; Chr. Bert, in Le Flambeau, 1932; L. en P. Haesaerts, W.
D. de N. (Bruxelles 1935); André de Ridder, W. de G. de N. (Die Poorte, 1939).