Nederlands chemicus (Amsterdam n Nov. 1869), was van 1908-1940 lector in de anorganische chemie te Leiden. Hij is met de oprichting der Ned.
Chem. Ver. nauw verbonden en was lange tijd hoofdredacteur van het Chemisch Weekblad en van het Recueil des Trav. Chim. des Pays-Bas. Zijn verdienstelijke onderzoekingen betreffen in hoofdzaak de oxydatieverschijnselen en vooral de studie der explosieverschijnselen in gasmengsels (z explosie). Ook tot de geschiedenis van de chemie heeft hij belangrijke bijdragen geleverd.Bibl.: Het chemisch (thans anorganisch-chemisch) laboratorium der Universiteit te Leiden van 1859-1909 en de Chemische laboratoria dier Universiteit vóór dat tijdvak en zij, die er doceerden (1909); met L. Reicher: J. H. van ’tHoffs Amsterdamer Periode I877-’95 (1912); met W. E. Ringer: H. W. Bakhuis Roozeboom (1907); Langzame oxydatie van en zuurstofactivering door tri-aethylphosphine, propion aldehyde en benzaldehyde (1896); Leidraad bij enige chemische oefeningen (1908); Leerboek van enige toepassingen der chemie (1908).