Nederlands burijngraveur, geboren te Haarlem; zwager van den graveur C. van Kittensteyn en waarschijnlijk zoon van Outgert Arisz. Akersloot, werkte te Parijs 1620, Haarlem 1624-1633 en Den Haag 1634; heeft vermoedelijk na 1634 niets meer geproduceerd.
Zijn oudste gravure — De Gevangenneming van Christus — dagtekent uit het jaar 1624. In 1626 leverde hij De Verloochening van Petrus naar Pieter Molijn en in 1628 werkte hij aan de illustratie van Samuel Ampzing’s Beschrijvinge ende Lof van de stadt Haerlem, waarvoor hij enige etsen maakte naar tekeningen van P. Saenredam; het is de oudste stadsbeschrijving, welke met etsen is verlucht. Ditzelfde jaar graveerde hij naar Adriaan van de Venne de portretten van Prins Frederik Hendrik en zijn echtgenote Amalia van Solms. Zijn werk bestaat uit een zestal portretten, utt godsdienstige, mythologische, allegorische en historisch-topografische composities, alsmede uit enkele titelbladen.