hoogleraar te Leiden en bekend Nederlands fysioloog (Semarang 21 Mei 1860-Leiden 29 Sept. 1927). Hij studeerde te Utrecht en werd na zijn artsexamen assistent aan Donders’ stichting, het „Nederlands gasthuis voor behoeftige en minvermogende ooglijders” te Utrecht.
Hij promoveerde in 1885 in de geneeskunde te Utrecht op een proefschrift, getiteld Stereoscopie door kleurverschil en werd in 1886 hoogleraar in de fysiologie te Leiden. In 1903 vervaardigde hij de Snaargalvanometer, een uitvinding van verstrekkende gevolgen op medisch en ook op ander gebied, waarvoor hem in 1924 de Nobel-prijs werd verleend (z electrocardiografie). In 1906 was Einthoven in staat in zijn eigen laboratorium electrocardiogrammen* op te nemen van patiënten, gelegen in het ruim 1000 m verwijderde Universiteitsziekenhuis.
Zijn wetenschappelijke arbeid is o.a. te vinden in Archives néerlandaises des Sciences exactes et naturelles-, Von Graefe's Archiv für Ophthalmologie; Pflügers Archiv für die gesamte Physiologie; Brain, a journal of neurology e.a. Onder zijn leiding versehenen sedert 1885 de Onderzoekingen gedaan in het physiologisch laboratorium der universiteit te Leiden.