Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WIERINGEN

betekenis & definitie

Noordhollandse gemeente van 2518 ha met (1953) 6480 inw., v.w. (1947) 53 pct Prot., 10 pct R.K. en 37 pct andersdenkenden, voormalig eiland in de Zuiderzee, was door het Amsteldiep van Noordholland gescheiden en werd sedert 1926 door de afsluiting van de Zuiderzee en de drooglegging van de Wieringermeer met het vasteland verbonden. De bodem bestaat uit pleistoceen zand en de resten van een uit keileem bestaande grondmorene.

Het vormt één gemeente. Hoofdmiddel van bestaan is de veehouderij. De boerderijen zijn ten dele nog van een oud Fries type. Hyppolytushoef, de belangrijkste plaats, telt (1953) 2900 inw.; andere dorpen zijn Oosterland (330 inw.) en Den Oever (1480 inw.). Floris V maakte Wieringen in 1289 tot een deel van Holland. Het eiland werd vooral bekend door de ballingschap van de Duitse ex-kroonprins na Wereldoorlog I in de pastorie te Oosterland (1918-’23).

< >