Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WEGENVERKEERSWET

betekenis & definitie

is de Ned. wet van 15 Sept. 1935, Stbl. no 554, houdende regelen nopens het verkeer op de wegen, laatstelijk gew. bij wet van 23 Juni 1952, Stbl. no 357, vastgesteld ter vervanging van de Motor- en Rijwielwet van 10 Febr. 1905, Stbl. no 6g.

Zij trad eerst in werking op 1 Jan. 1951 (krachtens K.B. van 31 Oct. 1950, Stbl. no K 466), belangrijk herzien door de wet van 22 Dec. 1948, Stbl. no I 562.

De wet laat de regeling van het verkeer hoofdzakelijk over aan uitvoeringsbepalingen; zelf geeft zij slechts hoofdlijnen aan, benevens enige punten van burgerlijk en strafrecht. Wij noemen slechts de regeling der wettelijke aansprakelijkheid van de eigenaar of houder van een motorrijtuig. Deze is nl. bij een ongeval met zijn motorrijtuig aansprakelijk voor de schade, aan niet met dat of een ander motorrijtuig vervoerde personen of goederen toegebracht, tenzij hij aannemelijk maakt, dat het ongeval aan overmacht te wijten is (omkering van de bewijslast). Zijn aansprakelijkheid wordt beperkt tot de waarde van het motorrijtuig, tenzij schuld aan zijn kant wordt bewezen (art. 31).

De belangrijkste uitvoeringsbepaling is het Wegenverkeersreglement (K.B. van 28 Aug. 1950, Stbl. no K 377, laatstelijk gewijzigd bij K.B. van 17 Juli 1953, Stbl. no 337.

Dit geeft o.a. een uitvoerige regeling van de gedragslijnen voor het verkeer op de wegen, de eisen waaraan voertuigen moeten voldoen, de afgifte van rij- en kentekenbewijzen.

Van de gedragslijnen voor weggebruikers zij slechts vermeld de voorrangsregeling bij kruisingen en splitsingen van wegen. Op als zodanig aangeduide voorrangswegen heeft alle verkeer voorrang boven dat op zijwegen; hetzelfde geldt voor verkeer op gewone wegen bij zgn. voorrangskruispunten, terwijl verharde wegen voorrang geven boven onverharde wegen. Bij gelijkwaardige wegen gaat snelverkeer (motorrijtuigen) voor langzaam verkeer. In overige gevallen gaat het verkeer van rechts voor. Een algemeen recht van voorrang hebben nog motorrijtuigen van politie en brandweer, begrafenisstoeten, militaire colonnes en trams. Afslaand verkeer moet voorrang verlenen aan tegemoetkomend verkeer (artt. 28 en 29).



Rijbewijzen
(in 5 soorten) geven bij uitsluiting bevoegdheid tot het zelfstandig besturen van motorrijtuigen. Zij worden afgegeven door de Commissarissen der Koningin tegen overlegging van een rijvaardigheidsbewijs en een medische verklaring. Deze worden verstrekt door het Centraal Bureau voor de afgifte van Rijvaardigheidsbewijzen, een door de Overheid erkende particuliere instelling; het eerste na het afleggen van een theoretisch en practisch examen, het laatste in het algemeen na het invullen van een eigen gezondheidsverklaring door de aanvrager (artt. 100 tot 121).



Kentekenbewijzen,
afgegeven door of vanwege de minister van Verkeer en Waterstaat, dienen tot opgave van het door een motorrijtuig te voeren kenteken (4: ook auto).

Krachtens het Wegenverkeersreglement is een groot aantal verkeersborden en -tekens vastgesteld.

< >