Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VOLKSUNIVERSITEIT

betekenis & definitie

instelling welks wezen als kern heeft het beschavingsonderwijs aan volwassenen. Dit onderwijs geeft zij in hoofdzaak door het organiseren van cursussen, die de hogere ontwikkeling en beschaving bevorderen, zij geeft daarom geen vakcursussen, leidt niet op tot een beroep en geeft geen diploma’s.

Haar doelstelling houdt in, dat niet alleen vermeerdering van verstandelijke kennis wordt beoogd, maar dat zij ook cursussen geeft op moreel, sociaal, religieus en vooral aesthetisch gebied. Vandaar dat ook verscheidene Volksuniversiteiten, wanneer de plaatselijke omstandigheden zich er toe lenen, kunstafdelingen hebben, die zich belasten met het organiseren van concerten, toneelvoorstellingen, tentoonstellingen en filmvoorstellingen, welke dikwijls worden voorafgegaan door verklarende lezingen. Ook kunstreizen komen op de programma’s voor.De programma’s der Volksuniversiteit moeten zo veelzijdig mogelijk zijn, opdat ieder, naar zijn aanleg en liefhebberij, dat onderwerp kan bestuderen, waarvoor hij belangstelling heeft. De idee der Volksuniversiteit kan daarom alleen volkomen verwezenlijkt worden in de grote plaatsen, omdat in de kleinere plaatsen het aantal belangstellenden te gering is, om de veelzijdigheid tot haar recht te doen komen. De programma’s moeten zich aanpassen aan de behoefte van de plaats, waarin de Volksuniversiteit werkt; de programma’s in de verschillende steden hebben daardoor ieder hun eigen karakter.

De Volksuniversiteit behoort te zijn neutraal, d.w.z. dat alle richtingen aan het woord mogen komen, mits geen propaganda wordt gevoerd. Dikwijls laat zij een onderwerp door docenten van verschillende richtingen, die elk hun standpunt kunnen uiteenzetten, behandelen. Er zijn geen vaste docenten; voor ieder onderwerp kiest men de persoon uit, die daarvoor het geschiktst lijkt. Men zoekt dus de docenten niet alleen uit onder de gediplomeerde leerkrachten, maar daar waar men meent, dat iemand wat over het gewenste onderwerp kan vertellen.

De Volksuniversiteit is bestemd voor alle klassen der bevolking (vandaar de naam „Volks-universiteit”, een naam, die nog al eens aanleiding geeft tot misverstand), zij organiseert daarom cursussen zowel voor meer- als voor minder ontwikkelden. Ieder kan zichzelf indelen bij de cursus waarin hij meent, op grond van zijn kennis over het onderwerp, thuis te horen. Het cursusgeld wordt zo laag mogelijk gehouden.

Er zijn „luistercursussen” en „werkcursussen”; bij de eerste is de docent meer aan het woord, bij de tweede nemen de cursisten meer actief deel aan het werk; tot deze laatste groep behoren ook de cursussen in vreemde talen.

De Volksuniversiteiten zijn particuliere verenigingen of stichtingen. Sommigen genieten een gemeentelijke- of provinciale subsidie, geen enkele rijkssubsidie. De inkomsten worden verkregen uit de cursusgelden, donaties, contributies van leden. Ze worden beheerd door een Bestuur, dat zoveel mogelijk richtingen vertegenwoordigt.

De Volksuniversiteiten zijn het eerst opgericht in Duitsland, waar men reeds ca 1910 met dit werk begon. Na Wereldoorlog I namen ze daar een grote vlucht. In NEDERLAND werd de eerste Volksuniversiteit in 1913 te Amsterdam opgericht, op initiatief van prof. dr S. R. Steinmetz. Het voorbeeld werd door andere grote plaatsen gevolgd.

Tot de oudste Volksuniversiteiten behoren Utrecht, Groningen, Den Haag en Rotterdam; thans zijn ook in vele kleinere plaatsen Volksuniversiteiten opgericht. Het totaal aantal bedraagt thans 32, terwijl enkele Volksuniversiteiten afdelingen in naburige plaatsen hebben. Rotterdam staat hierbij bovenaan met 10 afdelingen. De afzonderlijke Volksuniversiteiten zijn verenigd in de Bond van Nederlandse Volksuniversiteiten, waarvan het secretariaat gevestigd is te Bussum.

De Bond zorgt niet alleen voor het contact van zijn leden, maar stimuleert ook de oprichting van nieuwe Volksuniversiteiten en verstrekt inlichtingen. Het beheren der Radio-Volksuniversiteit (R.V.U.) is een van zijn taken; deze is vnl. van belang voor het platteland en deze tracht door de aether te bereiken, wat in de steden met de cursussen wordt beoogd. De Bond geniet voor zijn bureau een Rijkssubsidie.

Het aantal cursussen, dat in 1952 te zamen door de bij de Bond aangesloten Volksuniversiteiten werd gegeven bedroeg 645 met 42 778 inschrijvingen en 922 op zichzelf staande bijeenkomsten welke in totaal 236 915 bezoekers telden.

De naam „Volksuniversiteit” wordt door de wet niet beschermd, zodat deze naam dikwijls wordt gebruikt door instellingen die aan de eisen, die de stichters der Volksuniversiteit zich hebben gesteld, niet voldoen.

De oprichting van Volksuniversiteiten in BELGIË gaat terug tot het einde van de 19de eeuw.

De ideologische ondergrond was drievoudig:



a.
De drang die in de 19de eeuw bestond, meer bijzonder in het liberale milieu, tot het verspreiden van hogere kennis onder het volk. Kennis werd beschouwd als de basis van de persoonlijke cultuur en gemeenschapscultuur.



b.
De drang van de Vlamingen tot nationale emancipatie. De Volksuniversiteit met het Nederlands als voertaal moest in zekere mate tegemoet komen aan de maatschappelijke en culturele wanorde van het toenmalig eentalig Franse hoger onderwijs. De Volksuniversiteit ontstond als een poging tot integratie van de „universitaire” cultuur in het leven der gemeenschap.



c.
De opkomende arbeidersbeweging hoopte door de Volksuniversiteit bij te dragen tot de emancipatie van de arbeidersklasse.

Een eerste poging tot oprichting van een Volksuniversiteit naar Engels model werd reeds gedaan door Lodewijk de Raet in 1895.

Momenteel mogen de volgende instellingen als Volksuniversiteit beschouwd worden (in aansluiting met het taalgebruik in België worden ze soms als Volkshogeschool in plaats van Volksuniversiteit betiteld): de Rooms-Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding (sedert 1898) met een zgn. Volkshogeschool (Volksuniversiteit) sedert 1920, de liberale Maurits Sabbe-Volksuniversiteit, de socialistische Centrale voor Arbeidersopvoeding met de Volkshogeschool Instituut-E. Vandervelde te Antwerpen (sedert 1926).

< >