(Vlaams: Wezel), Waalse taalgrensstad in de provincie Luik, ligt aan de Maas en het kanaal Luik - Maastricht, op golvende kalk- en leembodem, 622 ha, en telt (1951) 5432 inw. Er zijn kalkovens, landbouw, scheepswerven, voeding- en leernijverheid.
Van de gde-i3de eeuw was het een belangrijk marktcentrum. Het werd omwald in 1330 door de prins-bisschop van Luik, herhaaldelijk belegerd en geplunderd, ontmanteld in 1466 door Karel de Stoute, in 1673 door Lodewijk XIV, in 1789 en 1833; in 1914 weer geplunderd en platgebrand. De kerk (16de eeuw) bezit het prachtige reliekschrijn van St Hadelinus. Stadhuis van 1614. Bedevaartkapel van Lorette (1634).Lit.: J. Martin, Visé et ses environs (Visé 1913, 2de uitg.); U. Dodémont, Hist. politique et administrative de la bonne ville de V. (Visé 1922).