provincie in het N. van Argentinië, groot 22 524 km2, telt (1947) 593 000 inw. Het W. van de prov. wordt ingenomen door de hoge ketens van de Andes, welke ten dele zijn begroeid met bossen.
Het grootste deel echter bestaat uit vruchtbare grond, waar alleen iets te weinig regen valt. Het klimaat is aangenaam subtropisch. Dikwijls wordt de streek rondom de gelijknamige hoofdstad wel de tuin van de republiek genoemd. Met behulp van irrigatie wordt suiker verbouwd. In de lagere bergen zijn goud-, koper-, ijzer- en marmermijnen in exploitatie. De gelijknamige hoofdstad (in 1950 ca 172 000 inw.) ligt aan de Sali en is door spoorwegen met alle belangrijke steden van Argentinië verbonden. In een klein gebouwtje (Casa Historica), dat thans is omgeven door een monumentaal gebouw, werd in 1816 de Argentijnse onafhankelijkheidsverklaring afgekondigd. Andere bezienswaardige gebouwen zijn het provinciehuis, de kerk San Francisco met twee klokketorens en de bibliotheek (32 000 delen). Tucuman heeft een universiteit met een ethnologisch museum. Geproduceerd worden suikerwaren en alcohol.