Japans schilder, tekenaar, etser en lithograaf (Edogawa, Tôkyô, 27 Nov. 1886), uit het adellijk geslacht Chiba, was leerling van de Keizerlijke School van Schone Kunsten te Tôkyô, waar hij ook in de Westerse kunst ingeleid werd. Hij verwierf in Japan snel vermaardheid.
In 1912 kwam hij naar Londen, in 19113 naar Parijs, waar hij zich, na moeilijke jaren, een wereldnaam veroverde. In 1929 maakte hij, over Tôkyô en Noord-Amerika, een reis om de wereld. Hij bleef daarna slechts kort in Parijs, ging opnieuw naar Noord- en Zuid-Amerika en keerde dan naar Tôkyô terug. De kunst uit zijn zgn. mystieke periode (1916-1920), toen hij op de primitieven uit de School van Siena geïnspireerde madonna’s, voorstellingen van Christus aan het kruis, piëta’s en daarnaast een innerlijke troosteloosheid vertolkende gezichten uit de banlieue en van de boulevards van Parijs schilderde, toont een nederigheid, een roerende oprechtheid en subtiele gevoelsschakeringen, die zijn latere, meer mondaine werken (naakten, portretten, stillevens) missen. Deze onderscheiden zich vooral door een verbijsterende virtuositeit, een aan calligrafie herinnerende volmaaktheid van lijn, een het oog bedriegende detailnabootsing. Foedjita vervaardigde muurdecoraties voor het Japanse paviljoen van de Cité Universitaire en voor de Bar van de Cercle interallié te Parijs. In 1928 schilderde hij vier grote panelen met voorstellingen van worstelaars. Hij maakte voorts décormaquettes voor het door de Zweedse balletten in 1924 opgevoerde „Le Tournoi singulier”. Hij tekende, etste en lithografeerde nog meer dan hij schilderde. Hij illustreerde talrijke boeken.PROF. DR G. C. KRIEGER
Lit.: Paul Morand,Foujita,Souvenirs d’Enfance (Les Chroniques du jour 1928); M. Vaucaire, Foujita; F. Demeure, Couleurs du temps.
