(1, Ciudad (grote stad) Trujillo, tot 1936 Santo Domingo geheten), hoofdstad van de Dominicaanse republiek, ligt aan een baai aan de zuidkust en telt (1950) 181 600 inw. De stad ligt aan de uitmonding van de Ozama in een vruchtbare vlakte (Los Llanos), waar suiker, tabak, melasse en cacao worden verbouwd.
De stad bezit een gothische kathedraal (1514-1540), waarin tot 1794 de beenderen van Columbus rustten, een universiteit, die reeds in 1538 werd gesticht en is de zetel van een aartsbisschop. Een zware orkaan in Sept. 1930 verwoestte vrijwel de gehele stad. Generaal Trujillo heeft een nieuwe, zeer moderne stad gebouwd, die een van de mooiste in het Caraibische gebied is geworden en die naar hem werd genoemd. De uitvoer omvat vnl. suiker en tabak. Er is weinig industrie. Trujillo werd als eerste stad in de Nieuwe Wereld door Bartholomeus Columbus, een broer van Christopher, in 1496 gesticht. Zij werd in 1502 door een orkaan geheel, in 1689 en 1691 door aardbevingen gedeeltelijk verwoest. In 1801 nam Toussaint Louverture de stad voor Frankrijk in bezit. In 1840 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen.(2), stad in het N. van Peru, aan de kust van de Grote Oceaan, hoofdstad van het departement La Libertad, telt (1950) ca 48 000 inw. De stad bezit ruïnes van de oude Indiaanse nederzetting Gran Chimu. De omgeving van Trujillo levert 56 pet van de Peruviaanse productie van suiker. De stad heeft een universiteit en is de zetel van een aartsbisschop.