ten N.O. van Moskou, is een der grootste en beroemdste kloosters van Rusland. Het is gewijd aan de H.
Drieëenheid (Russ.: Troitsa) en in 1340 gesticht door de H. Sergius, die er ook begraven is. Het vormt een reusachtig complex, met talrijke kerken en torens en omringd door een hoge muur. Gedurende de „Troebele Tijd” (z Rusland, geschiedenis) weerstond het klooster een beleg van 1½ jaar door een Pools leger in dienst van Valse Dmitrij II (1608-1610). Het volgend jaar ging van het klooster een oproep uit naar heel het Russische land om te strijden tegen de Poolse overheersing. In 1689 is de jeugdige Peter de Grote naar dit klooster gevlucht, toen hij bedreigd scheen door de handlangers van zijn zuster Sofia, de regentes; van hier uit is zij toen ten val gebracht.