noemen wij de mystieke relatie, die bij vele volken wordt aangenomen als te bestaan tussen een dier- of plantensoort en een mensengroep (gewoonlijk een clan). Het totemisme is dus een religieus-sociaal verschijnsel.
De verbondenheid met het totemdier of de plant komt in riten tot uiting, terwijl de leden van de groep het totemdier vaak niet mogen doden of eten. Clantotemisme komt voor in Noord- en Centraal Amerika, Afrika, Australië en Nieuw Guinea. Het woord totemisme wordt overigens vaak gebezigd waar ook maar van enige vorm van relatie tussen mens en dier sprake is. De betekenis wordt dan zo verruimd, dat de term vrijwel onbruikbaar wordt. Zo is er sprake van individueel totemisme, de verbinding tussen mens en dier (z nagualisme).Totempaal
is een meestal enkele meters hoge paal, met snijwerk versierd en vaak in sprekende kleuren beschilderd. De voorstellingen zijn van zeer uiteenlopende aard. Vaak worden voorvaderfiguren weergegeven, terwijl uiteraard het totemdier meestal in een of andere vorm wordt voorgesteld. De figuren zijn meestal sterk gestyleerd. De palen bevinden zich gewoonlijk voor de woning van het stamhoofd of op een ander centraal punt in het dorp of de nederzetting.
Hoewel de verspreiding der totempalen nauw verband houdt met die van het totemisme zijn er talrijke volken, die wel het totemisme als religieussociaal verschijnsel kennen, doch waarbij totempalen niet voorkomen. Bekend zijn vooral de grote en dikwijls fraai uitgevoerde totempalen der Amerikaanse Noord-West-Indianen (Tlinket, Haida enz.), doch ook in Afrika en Australië komen ze voor. Het is een omstreden vraag of wij hier te doen hebben met een op één punt ontstaan verschijnsel, dan wel met een aantal onafhankelijk van elkaar ontstane religieuze voorstellingen.
Lit.: Artikelen v. W. Schmidt, A. Pancritius, R. Thurnwald e.a., in: Anthropos, 9 (1914); 10-11 (1915/18) 12-13 (1917/8); 14—15 (1919/’20); 18-19 (1923-24); A. Lang, The Secret of the Totem (1905); J. G. Frazer.Totemism and Exogamy 4 dln (1910, herdr. 1935); S. Freud, T. und Tabu (1913); E. Vat ter, Der australische Totemismus, in: Mitt. a. d. Mus. f. Völkenk. zu Hamburg X (1925, met lit.opg.); R. Nieuwenhuis, Die psychol. Bedeutung d. Gruppentotemismus, in: Intern. Arch. f. Ethnographie XXVIII (Leiden 1927); M. Besson, Le totemisme (Paris 1929); W. Koppers, Der Totemismus als menschheitsgeschichtl. Problem (1936); J. G. Frazer, Totemica (London 1937); P. Hadfield, The Savage and its Totem (London 1935); M. Barbeau, Totem-Poles (Ottawa 1951).