is de term voor zgn. persoonlijk totemisme. Zoals in het algemeen of sociaal totemisme het heil van een stam verbonden is met het leven van een bepaalde diersoort, zo wordt in het nagualisme het heil van een individu met het leven van een bepaald dier verbonden.
De term is ontleend aan voorstellingen in Centraal-Amerika; men spreekt ook wel van manitoeïsme, een term ontleend aan Noordamerikaanse voorstellingen. Jonge Indianen gaan eenzaam de wildernis in, waar hun in extatische toestand hun persoonlijk totemdier verschijnt, dat hun bijzondere krachten verleent. Deze voorstelling is verwant met die van de zielbeschermgeest of „uitwendige ziel” (z ziel).