gebruikt men als gemeenschappelijke benaming voor al die richtingen in de psychologie, die in het begin der 20ste eeuw begonnen meer nadruk te leggen op de eenheid van de persoon, het Ik, of het psychisme. Men rekent daartoe o.a. de gestaltepsychologie, de ganzheitspsychologische richting van Krüger, de verstehende psychologie (Spranger), soms ook bepaalde behavioristische en psycho-analytische stromingen.
Zij zijn gezamenlijk te karakteriseren door hun tegenstelling t.a.v. de in de 19de eeuw overheersende associatiepsychologie. Stelde deze laatste zich ten doel, de laatste elementen van het menselijk zieleleven te achterhalen, om vervolgens de verschillende wijzen van integrering der inhouden te onderzoeken, de totaliteitspsychologie stelt de onherleidbaarheid en het gestaltekarakter van het psychische voorop. De term duidt dus meer een bepaalde, voor onze eeuw karakteristieke tendentie in het psychologisch denken aan dan een welomschreven school of richting. Waar de zuivere associatiepsychologie heden ten dage niet meer wordt verdedigd, is de reden tot oppositie vervallen, en behoudt de term slechts nog historische betekenis, z ook psychologie, geschiedenis.