Amerikaans uitvinder (Milan, Ohio, 11 Febr. 1847 - Llewellyn Park, West-Orange, N. Jersey, 18 Oct. 1931), was van vaderszijde van Nederlandse afkomst en was eerst krantenjongen op de Grand Trunk-spoorweg.
De scheikunde trok hem echter zó aan, dat hij in een spoorwegwagen een laboratorium inrichtte, waarin bij het nemen van proeven een ontploffing ontstond, die bijna de trein in brand deed vliegen en hem zijn betrekking kostte. Nadat hij had leren telegraferen, gaf hij de krantenhandel op en was achtereenvolgens als telegrafist werkzaam te Port Huron, Stratford en Adrian, in welke laatste plaats hij ook als werktuigkundige een werkplaats inrichtte. Daarop ging hij naar Indianopolis, waar hij de automalic repeater uitvond, een toestel, dat een telegram zelfstandig van de ene lijn op de andere lijn overbrengt (1866). Na te Cincinnati, Memphis, Louisville en Nieuw-Orleans verblijf te hebben gehouden, ging hij in 1868 naar Boston, waar hij een hoge betrekking bij de telegrafie bekleedde (300 dollar salaris per maand) en tevens een kleine instrumentwinkel opende. Later kwam hij in dienst van de Gold Indicator Company (die ieder kwartier de goudkoersen seint) en werd weldra super-intendant. Hier deed hij vele uitvindingen op telegrafisch gebied.
Hij had verschillende werkplaatsen in gebruik gehad, tot hij in 1887 te WestOrange (New Jersey) een groot laboratorium oprichtte, waar hij zijn bijzondere grondige en veelzijdige onderzoekingen voortzette. Hij werkte er bijna dag en nacht met vele assistenten en zei zelf, dat hij zich wegens zijn — ten slotte volslagen — doofheid zo goed kon concentreren.Edison’s uitvindingen zijn buitengewoon talrijk. Hij heeft ongeveer 1400 patenten genomen.
In dienst van de Western Union Telegraph Company, die tegen gunstige voorwaarden al zijn uitvindingen van te voren gekocht heeft, zijn door hem o.a. uitgevonden de batterij-telefoon, de fonograaf, de microfoon (1877), de microtasimeter, de aërofoon, de megafoon, defonoplex en de treintelegraaf. Tot zijn meest bekende uitvindingen behoort verder die van het electrisch gloeilicht: hij heeft de eerste practische gloeilampen
vervaardigd; maakte verschillende verbeteringen aan de dynamomachines en schakelingen voor electrische verlichting en
heeft de eerste electrische centrale in Amerika gebouwd
en geëxploiteerd; zijn electriciteitsbedrijven groeiden uit tot de tegenwoordige „New-York-Edison Company”.
Onder zijn latere uitvindingen kunnen worden genoemd de cinemalograaf, de mimeograaf, een vermenigvuldigingstoestel, dat meer dan 3000 goede copieën van het origineel geeft en de Edisonaccumulator (nikkel-ijzeraccumulator, 1900).
Lit.: F. A. Jones, Th. A. E. (1907); M. G.
Nerney, Th. A. E., a modern Olympian (1934); W. A. Simonds, E., his life, his work, his genius (1934) 5 H. G.
Garbedian, Th. A. E., Builder of civilization (1947); The Diary and sundry Observations of Th. A. E., ed. by Dagobert D. Runes (New York 1949).