Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Théodore de LA VILLEMARQUÉ

betekenis & definitie

(Claude Henri) Hersart vicomte, Bretons letterkundige (Keransker bij Quimperlé 6 Juli 1815 8 Dec. 1895), verwierf grote vermaardheid door de uitgave van zijn Barzas (later: Barzaz) Breiz (1839), een verzameling zgn. volksliederen van Bretagne, merendeels op historische gebeurtenissen, van de vroegste tijden tot de Revolutie, die destijds ook door bekende geschiedkundigen voor goede munt werd opgenomen en nog steeds vurige verdedigers vindt. Sedert 1867 is door R.

F. Le Men en vooral door F. M. Luzel, die ook de originelen uitgaf, aangetoond, dat aan taal en versvorm een ouder aanzien gegeven was, het verband met de historische gebeurtenissen kunstmatig was gelegd, de meeste gedichten sterk geïnterpoleerd en de beste geheel en al gefabriceerd waren. Als makers wees men twee bevriende geestelijken aan, wier dupe La Villemarqué zou zijn geweest, maar het staat nu wel vast, dat deze, ofschoon te goeder trouw, aandeel heeft gehad aan de redactie. Ook zijn andere werken (behalve de laatste tekstuitgave) moeten zeer critisch gebruikt worden. Afgezien van deze bezwaren, is zijn invloed op de Bretonse letterkundige opleving en het regionalisme zeer gunstig geweest (z Bretonse taal en letterkunde).Bibl.: Barzas Breiz, Chants populaires de la Bretagne (2 dln, Paris 1839 en vele herdrukken en vertalingen, o.a. door E. H. du Quesne-van Gogh, Bretonsche volksliederen, Baarn 1906); Contes populaires des anciens Bretons (Paris 1842); Poèmes des bardes bretons du Vie siècle (iste dr. Paris 1850); La légende celtique (iste dr., Paris 1859); Myrdhinn ou l’enchanteur Merlin (iste dr. Paris 1861) ; ed. Le Grand Mystère de Jésus (Paris 1865) » ed. Poèmes bretons du Moyen Age (Paris 1879).

Lit.: F. M. Luzel, De l’authenticité des chants du Barzaz Breiz de M. de La Villemarqué (Paris 1872); Idem, La Villemarqué; sa vie, ses œuvres (Vannes 1908); F. Falc’hun, L’auteur du ,,Barzaz-Breiz” (Annales de Bretagne LVI, 1949).

< >