Deens bibliothecaris en bibliograaf (Kopenhagen 24 Sept. 1887), studeerde aan de Metropol itanskole te Kopenhagen en is sinds 1943 „rijksbibliothecaris”. Hij neemt in Denemarken een centrale plaats in bij het boek- en bibliotheekwezen zowel door zijn publicaties als door zijn positie als rijksinspecteur en bracht een reorganisatie tot stand bij de Deense openbare leeszalen.
Hij was o.a. mederedacteur van het Dansk biografi.sk Haandleksikon (3 dln, 1920-’26) en van het Dansk biografisk Leksikon (26 dln en 1 suppl. dl, 1933-44)-Bibl.: Bibliotheca zoologica danica 1876-1906 (Köb. 1910); Haandbog i Bibliotekskundskab (1912, hcrdr. 1916, 1924-30, Zw. ui tg. 1924-’31); Dansk Biblioteksforer (1915); Forsögtilen Ordbog for Bogsamlere (1919, 3de dr. 1944, Zw. uitg. 1927); (met C. Dumreicher) Haandbog for Bogsamlere (1921); Bogens Historie (1927, Duitse vert.: Geschichte des Buches 1928, Zw. 1929, Fr. I933, Holl. bew. d. Mej.
B. Wolterson in voorbereiding); Danish theses for the doctorate 1836-1926 (1929); (met J. Anker) Livets Udforskning fra Oldtid til Nutid (1934, Duitse vert. 1937, Holl. bew. d. H.
Engel: Leven en wetenschap 1944); Meddelelser om Bibliotekets Verksamhet 1937-43 (1946).
