(Spaans: Estrecho de Gibraltar), het Fretum Herculeum (Straat van Hercules) der Ouden, die het verbindingskanaal vormt tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, aan de oostzijde (de Pontes Gadirides) 13 km breed, aan de westzijde, tussen kaap Trafalgar en kaap Spartel, 20,35 km. De smalste plaats is nog 12,95 km.
De Afrikaanse kust is niet geleed, de Europese wel, o.a. ligt aldaar de Golf van Algeciras, een bijna halfcirkelvormig bekken, dat een der grootste en veiligste havens van de wereld vormt. De gemiddelde diepte bedraagt 275 m, op de smalste plaatsen 300 m, verder oostelijk zelfs 950 m. Zij bezit geen ondiepten of klippen, doch levert voor de schepen, die uit de Middellandse Zee komen, wel eens gevaar op wegens de sterke stroom, die er van de zijde van de Atlantische Oceaan doorheen gaat. Deze stroming voert het minder zoutrijke water uit de Atlantische Oceaan aan de oppervlakte naar de Middellandse Zee, terwijl zich in de diepte een stroming van sterker zouthoudend water van 12,7 gr.
C. in omgekeerde richting beweegt. In 1894 werd voor het eerst door J. B. Berlier een plan ontworpen voor een tunnel tussen Tarifa en de Afrikaanse kust.Lit.: O. Jessen, Die Strasse von G. (Berlin 1927).
