Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SPOHR, ludwig

betekenis & definitie

Duits violist, componist en dirigent (Brunswijk 5 Apr. 1784 - Kassel 22 Oct. 1859), was een muzikaal wonderkind, dat reeds op zijn 12de jaar een eigen vioolconcert in het openbaar uitvoerde; hij studeerde o.m. bij F. Eck, ontwikkelde zich tot een vioolvirtuoos uitblinkend in toonvorming, staccatospel en dubbelgreeptechniek, waarmede hij op concertreizen geheel Europa in verrukking bracht.

Ook als dirigent maakte hij grote naam, was o.m. als zodanig werkzaam te Wenen, Frankfort, Londen, Kassel, terwijl hij als gastdirigent in vrijwel alle grote muziekcentra optrad. Nederland bezocht hij tweemaal als violist in 1807, als dirigent in 1817. Hij was de eerste, die bij het dirigeren een stok gebruikte.Ook als componist was hij een romantisch kunstenaar, schreef o.m. programmatische symphonieën, paste graag ongebruikelijke chromatische modulaties toe, experimenteerde met muzikale vormen (vioolconcert in de vorm van een „Gesangszene”) en bezettingen (dubbel kwartet, kwartet-concert, symphonie voor twee orkesten). Hoewel hij de revolutionnaire latere werken van Beethoven afwees, wierp hij zich op als kampioen voor Wagner. Spohr’s eigen composities, vooral tijdens zijn leven veel uitgevoerd, bleken spoedig verouderd en raakten snel in vergetelheid behoudens enkele werken voor viool.

Bibl.: Spohr schreef 11 opera’s, waarvan Jessonda de bekendste werd; 3 oratoria; 9 symphonieën; 15 vioolconcerten; een kwartetconcert; 2 klarinetconcerten; octetten; septetten; sextetten; kwintetten; kwartetten; talrijke sonates; duo’s en koorwerken.

Ook schreef hij een belangrijke Violinschule.

Lit.: L. Spohr, Selbstbiographie (1861); H. M. Schletterer, L. Sp. (1881); F. Göthel, Das Violinspiel L.

S.’s, diss. Berlin (1934).

< >