noemt men de infectie met de larven (plerocercoïden, zie Diphyllobotrium latum) van de lintwormsoort Diphyllobotrium mansoni en wellicht nog andere. De volwassen wormen leven gewoonlijk in de darm van honden en katten.
De eieren ontwikkelen zich in Cyclopssoorten. Wanneer een kikker besmette Cyclops eet, dan volgt in het kikkerlichaam een verdere ontwikkeling. De mens infecteert zich met deze larven, die men dan sparganum mansoni noemt, doch eigenlijk plerocercoïden zijn, gewoonlijk doordat men een wond of een ontstoken oog bedekt met een opengesneden kikker, zoals dat vooral in Indo-China gebruikelijk is. Waarschijnlijk is infectie ook mogelijk door inslikken met het drinkwater van besmette Cyclops, of door gebruik van onvoldoend gekookt kikkervlees.De sparganum is een lange platte worm, die 30 tot 35 cm lang en 1 tot 10 mm breed wordt; zij heeft een dikker kopeinde met pseudo-zuiggroeven, doch geen verdeling in proglottiden (zie bij Diphyllobotrium). Op de plaats waar de sparganen zich nestelen kunnen zij een ontsteking veroorzaken; vooral als het oog op de boven beschreven wijze is aangetast kan dat zeer gevaarlijke gevolgen hebben. De behandeling bestaat in chirurgische verwijdering van de larve.
PROF. DR W. KOUWENAAR