eigenlijk „slaapwandelen”, wordt meestal in andere zin gebruikt. De oude magnetiseurs (zie magnetisme, Mesmer) brachten hun proefpersonen, die zij somnambules noemden, in hypnose, een toestand van verlaagd bewustzijn, waarin de normale waarneming grotendeels was uitgeschakeld, maar een „rapport” met de magnetiseur bleef bestaan.
Er deed zich bij deze, meestal vrouwelijke somnambules een aantal verschijnselen voor, die grotendeels verklaarbaar zijn door de sterk verhoogde suggestibiliteit (zie suggestie). Soms echter werden phaenomenen van andere aard geconstateerd, die door de magnetiseurs werden toegeschreven aan een uittreden van de geest, die elders waarnemingen zou kunnen doen (vandaar de naam). Zij werden veelal zonder de nodige exactheid en critiek beschreven, maar dragen duidelijk het stempel van telepathische en helderziende vermogens. Zo is het somnambulisme te beschouwen als de nog niet tot eigenlijke wetenschap ontwikkelde voorloper, zowel van het hypnotisme en de psychische therapie, als van de parapsychologie.
Lit.: W. H. C. Tenhaeff, Magnetiseurs, somnambules en gebedsgenezers (1951).