Belgisch industrieel, scheikundige en socioloog, (Rebecq 16 Apr. 1838 - Brussel 26 Mei 1922), was autodidact; hij trad zeer jong in dienst van de gasfabriek van St Joost-ten-Node, waar zijn oom de leiding van had. Aldaar zou hij een oplossing zoeken voor de valorisatie van de afvalproducten van de steenkolendestillatie, inzonderheid voor de ammoniak.
Op deze wijze vond hij de bekende Solvay-reactie voor de vervaardiging van natriumcarbonaat of soda. Feitelijk was deze reactie reeds vroeger bekend, zonder dat hij dit evenwel wist. De vroegere pogingen om dit procédé in de practijk te verwezenlijken waren echter mislukt. De grote verdienste van Solvay bestaat er in zijn procédé op industriële schaal te hebben uitgewerkt. Hij kreeg zijn eerste brevet in 1861 en stichtte in 1863 de commanditaire vennootschap Solvay & Cie, met een kapitaal van 163.000 fr., dat slechts na de grootste inspanningen kon verzameld worden. Pas in 1870 kreeg Solvay’s bedrijf vaste grond, doch meteen werd het ook een werkelijke triomf.
Ernest Solvay was eveneens een handig organisator en een vooruitstrevend socioloog. Hij is oprichter van de Instituten Solvay, nadien verbonden aan de Universiteit van Brussel.Lit.: L. Bertrand, E. S., réformateur social (Bruxelles 1918); G. Barnich, Principes de politique positive d’après S. (Bruxelles 1919): Hommage national à E. S. (Bruxelles 1933).
Solvay, Groep
is ontsproten uit de commanditaire vennootschap Solvay & Cie in 1863 opgericht door Ernest Solvay voor industriële exploitatie van het brevet betreffende het vervaardigen van soda. Na 1870 richtte deze vennootschap fabrieken op in het merendeel der Europese landen, evenals in de V.S. Dit Amerikaans filiaal ligt aan de basis van de Allied Chemical and Dye Corp., waarvan de groep Solvay nog steeds een belangrijk aandeelhoudster is. Terwijl de groep vóór Wereldoorlog I uitsluitend belangen had in de sodanijverheid, stichtte zij reeds in 1914 de N.V. Mutuelle Mobilière et Immobilière, die later de N.V. Mutuelle Solvay werd, en die zich op financiële verrichtingen zou toeleggen.
Na de oorlog interesseerde de N.V. Mutuelle Solvay zich in de glas- en de textielnijverheid, twee belangrijke verbruikers van soda. In de glasnijverheid nam de groep Solvay een participatie in de Cie Internationale pour la Fabrication Mécanique du Verre (procédé Libbey Owens). In de textielnijverheid bezit zij een belangrijke participatie in Fabelta, een holding die de productie van kunstvezels in België controleert.
In 1928 richtte de Mutuelle Solvay de Cie Financière et Industrielle de Belgique (Finabel) op, die een deel van haar portefeuille overnam en in 1932 de Banque Générale Belge opslorpte. Later werd de Finabel samengesmolten met de Société Belge de Banque. Ter wille van de banksplitsing, in 1935, zou deze gemengde bank haar holdingactiviteit voortzetten onder de benaming Cie Chimique et Industrielle de Belgique, terwijl een nieuwe depositobank onder de naam van Société Belge de Banque in het leven geroepen werd. In 1928 was de Mutuelle eveneens de promotor bij de oprichting van de Union Chimique, door de fusie van een reeks scheikundige ondernemingen. In 1937 slorpte de Union Chimique de twee jaar tevoren uit de splitsing van de oude Société Belge de Banque ontstane holding „Finabel” op. De Union Chimique is niet alleen het belangrijkste Belgisch scheikundig bedrijf, doch zij beheert een omvangrijke portefeuille.
Er valt ten slotte te vermelden dat de N.V. Mutuelle Solvay, die in 1914 opgericht werd door de commanditaire vennootschap Solvay & Cie, in 1935 zelf het juridisch statuut van een commanditaire vennootschap aannam, en haar benaming veranderde in „Solvay, Hankar & Cie, Mutuelle Solvay”.
DR L. DELMOTTE