groot Russisch veldheer (Moskou 24 Nov. 1730 - 18 Mei 1800), nam deel aan de Zevenjarige Oorlog en de verovering van Berlijn door de Russische troepen in 1761, onderscheidde zich in de Turkse veldtocht van 1774 en was betrokken bij het neerslaan van de opstand van Poegatsjow. Zijn optreden in de slag bij Rymnik in 1789 bezorgde hem de eretitel Rymnikski In Dec. 1790 bestormde en nam hij de Turkse vesting Izmaïl en in 1794 het bolwerk der Poolse opstandelingen Praha.
Voor dit laatste wapenfeit bevorderde Catharina II hem tot veldmaarschalk. Onder de regering van Paul I werd Soeworow, bij velen gehaat om zijn onafhankelijk optreden, ontslagen.Op Oostenrijks aandringen werd hij in 1799 tot opperbevelhebber van het Oostenrijks-Russische leger benoemd. De Italiaanse en Zwitserse veldtocht van dat jaar brachten hem op het toppunt van zijn roem: Paul gaf hem de titel Vorst van Italië en de rang van generalissimus. Soeworow werd nimmer verslagen, en was zeer geliefd bij zijn soldaten, wier hard leven hij deelde. Hij ontwikkelde zeer originele tactische en strategische opvattingen en voerde een geheel nieuw systeem van opleiding en training van soldaten in, waardoor het mogelijk bleek de tot nu toe onoverwinnelijke legers der Franse Revolutie te verslaan. Tot zijn leerlingen behoort o.a. Koetoezow.