Nederlands toneelspeler (Rotterdam 14 Nov. 1766 - Amsterdam 5 Jan. 1829), debuteerde als rederijker, werkte in 1789 onder Ward Bingley in Zeeland; leidde tot 1793 een eigen gezelschap, verbond zich daarna aan de Amsterdamse Schouwburg. Zijn grote roem, die tot in het buitenland doordrong, dateerde van zijn optreden in 1803 als Rodrigo in Le Cid. De Franse acteur Talma bewonderde hem dermate in de rollen van Rodrigo en Jojada in Athalie, dat hij deze tijdens zijn tournée niet in Amsterdam wenste te spelen.
Van 1811-1820 bestuurde Snoek met Majofski en in de eerste jaren ook met mevr. Wattier de Schouwburg te Amsterdam, waaraan hij tot zijn dood verbonden bleef.Lit.: J. A. Worp, Gesch. v. d. A’d. Schouwburg 1496-1772 (Amsterdam 1920); Johs. Hilman, Ons Tooneel (Amsterdam 1879); A. van Halmael Jr., Bijdr. t. d.
Gesch. v. h. Tooneel (Leeuwarden 1840).